Mensen en mensachtigen hebben al miljoenen jaren geleefd in de omgeving van hedendaags Botswana. De inheemse bewoners van het gebied zijn de Khoi en de San. De menselijke geschiedenis van Botswana ligt deels verscholen in de naam van het land. De Tswana zijn een volk dat 1500 jaar geleden van het noorden naar zuidelijk Afrika migreerde. Zij leefden voornamelijk als herders en boeren in stammen. Over de eeuwen heen zouden verschillende culturen en stammen de regio bewonen, maar er is weinig duidelijk over hoe deze mensen leefden en met elkaar omgingen.

Aan het einde van de negentiende eeuw brak er een conflict uit tussen het Shona-volk dat al in Botswana woonde en de Ndebele-stammen die vanuit de Kalahariwoestijn naar ditzelfde territorium migreerden. Bovendien ontstonden er spanningen met de Boeren, afstammelingen van Nederlandse kolonisten die een eigen republiek stichtten om onafhankelijk van de Britten te blijven. Tswana-leiders zochten hulp in Londen en in 1885 werd het gebied een Britse kolonie onder de naam Beetsjoenaland.

In de vroege twintigste eeuw kregen stamhoofden in Botswana steeds meer zeggenschap van de Britse regering. In 1966 accepteerden de Britten een voorstel voor democratische autonomie van Botswana. Na de eerste presidentsverkiezingen in het land werd Botswana nog datzelfde jaar officieel onafhankelijk. Sindsdien zijn de verkiezingen in het land telkens vrij probleemloos verlopen. Minderheden kunnen deelnemen aan de politiek en er zijn meerdere politieke partijen.

Sinds de onafhankelijkheid van Botswana is de economie van het land in een rap tempo gegroeid. Botswana wordt regelmatig geprezen, omdat het een van de langste economische expansies ter wereld weet vast te houden. Het feit dat het land rijk is aan verschillende grondstoffen en beschikt over een van s’werelds grootste diamantenmijnen, heeft hier ongetwijfeld aan bijgedragen. Daarnaast is het toerisme een snelgroeiende industrie binnen de economie van het land.